12 februari 2017 ruben deddens

Betere beroepspraktijkvorming in het MBO !!

Betere beroepspraktijkvorming in het MBO!

Technologie als oplossing voor (interne) organisatieproblemen.

Alle mbo-scholen maken voor de zomervakantie concrete plannen om de kwaliteit van hun beroepspraktijkvorming te verbeteren. Scholen die hun bpv daadwerkelijk verbeteren, worden de komende jaren financieel beloond. Hiervoor is een bedrag van ca. 60 miljoen beschikbaar.

Dat schrijft minister Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer[1] over de voortgang van de kwaliteitsafspraken mbo. Het MBO is goed bezig, zo is de teneur van de brief, maar maakt er qua beroepspraktijkvorming een potje van.

BPV : bekend probleem voor velen !

De samenwerking tussen school en bedrijf staat onder druk en de minister wil hier terecht wat aan doen. Responsiviteit, macrodoelmatigheid, nieuwe kwalificatiedossiers, cross over opleidingen, focus op vakmanschap. Een hele waslijst aan voornemens moet het MBO klaarstomen voor de 21e eeuw. Ieder MBO instelling heeft een Kwaliteitsplan gemaakt en de minister is hier tevreden over. Behalve over de beroepspraktijkvorming, in de volksmond stage geheten. Tijd voor actie of is het onbegonnen en onnodig werk? Jongeren geven gelukkig reeds jaar na jaar aan meer te leren in de beroepspraktijk dan op school, dus op het oog ‘weinig’ aan de hand. De jeugdwerkloosheid daalt echter mondjesmaat en teveel jongeren zitten thuis nog op een houtje te bijten. Goede beroepspraktijkvorming helpt hierbij.

Waarom is BPV zo ingewikkeld??

BPV gaat over de samenwerking van het MBO met meer dan 230.000 bedrijven in Nederland. Het MBO telt ca. 500.000 leerlingen, 4 niveaus en 925 opleidingen. Ieder MBO instelling beschikt voorts over tientallen interne BPV-(coördinatoren) koningen, ongelofelijk veel verschillende en slecht geupdate en onvolledige stage-bestanden en een trits aan uiteenlopende organisatiemodellen. De kwaliteit van de bpv is sterk wisselend, van uitstekend in de bouw of zorg en horeca tot dramatisch in de ict of retail. Het ene onderzoek na het andere over beroepspraktijkvorming is de afgelopen jaren verschenen, servicedocument na servicedocument[2] is gepubliceerd, maar de kritiek blijft. Kortom, ondanks alle goede voornemens komt er weinig terecht van de beoogde verbeteringen. De periodieke Monitor van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs geeft voorts aan dat er weinig vooruitgang wordt geboekt. MBO in bedrijf, de projectorganisatie verbaast zich daarnaast in haar Startrapportage[3] over de beperkte uitwerking van het thema. Het ogenschijnlijk eenvoudige thema beroepspraktijkvorming lijkt daarmede de achilleshiel van het MBO te zijn.

Job monitor 2014: hoe tevreden zijn MBO deelnemers over hun instelling.

Knelpunt top 6 tijdens stages[4]

Tevredenheid over de stages zegt nog niet zoveel over de daadwerkelijke problemen. Vandaar dat we nog eens gespit hebben in wat  ‘oudere’ onderzoeken en notities[5]. Te beginnen bij een onderzoek van de gezamenlijke jongerenorganisaties uit 2009 en FNV en CNV Jong[6]. We nemen, omdat de actualiteit niet echt veranderd is, enkele noties hieruit beknopt over.

1.     Bezoeken van de stageplaats door de stagebegeleider

Stagebegeleiding vanuit de onderwijsinstelling is onvoldoende; de begeleiding wordt als ‘onprofessioneel’ getypeerd. Stagebegeleiders vanuit de instelling bezoeken de stageplaats bijvoorbeeld niet of ze bezoeken deze te weinig. Bovendien hebben de begeleiders vanuit de onderwijsinstelling weinig overleg met de begeleiding vanuit het bedrijf waar de stagiair werkt en worden leerdoelen niet goed genoeg gecommuniceerd vanuit de onderwijsinstelling naar het stagebedrijf.   

2.     Hulp bij het zoeken van een stage

Studenten kunnen geen stageplek kunnen vinden. Dit heeft onder andere te maken hebben met de economische crisis. Het is daarom de vraag op wat voor manier de onderwijsinstelling hierin kan bijdragen. Helaas geven leerlingen ook vaak aan dat de school onvoldoende helpt bij het zoeken naar een stageplaats. Leerlingen klagen bijvoorbeeld over het feit dat ze bijna niet worden begeleid bij de vraag ‘hoe vind je nou een goede stage?’ Voor hulp bij het zoeken van een goede stage kan ik dus bij niemand echt terecht.”

3.     Hulp bij moeilijkheden/ conflicten op stageplaats

Helaas ontstaan er tijdens een stageperiode soms conflicten tussen de stagiair en het stagebedrijf. Conflicten tussen stagiair en stagebedrijf lijken vaak te ontstaan door niet overeenkomende verwachtingen tussen stagiair, onderwijsinstelling en stagebedrijf. Dit sluit aan bij de problemen die hiervoor zijn geconstateerd, namelijk dat de stagebegeleiding niet op orde is. Begeleiders vanuit de onderwijsinstelling bezoeken niet of nauwelijks de stageplek en hebben dus bijvoorbeeld ook geen contact met de stagebegeleiders. Praktijkbegeleiders zijn daardoor slecht op de hoogte van wat hun stagiairs moeten kunnen aan het einde van de stage (de zogenaamde leerdoelen).

4.     Geen of ondermaatse begeleiding

Veel leerlingen hebben klachten over slechte begeleiding op hun stageplaats. Er is een aantal leerlingen dat zegt helemaal geen begeleiding te krijgen. Dit betekent dat er niet, of alleen op initiatief van de stagiair zelf, toezicht op en zorg voor de stagiair is. Een veelgehoorde opmerking is: “de begeleiding heeft zich niet uit zichzelf met mij beziggehouden”. Ook zijn er klachten over te weinig tijd: “Ik kreeg totaal geen begeleiding; iedereen is te druk en als je iets te vragen hebt of even wilt praten wordt dit vergeten of word je afgesnauwd”. Ondermaatse begeleiding vanuit het stagebedrijf begint al met het niet vastleggen van afspraken over taken, begeleiding, beoordeling en ongekwalificeerde begeleiders.

5.     Negatieve begeleiding

Naast het helemaal niet krijgen van begeleiding, geven ook veel studenten aan problemen te hebben met de negatieve benadering van de praktijkbegeleiders naar de stagiairs; de studenten krijgen het gevoel niets goed te kunnen doen doordat begeleiders een botte of kleinerende houding innemen. Uit de klachten blijkt dat praktijkbegeleiders en andere medewerkers soms niet lijken te begrijpen dat stages eerste kennismakingen met het  beroepenveld zijn. Bovendien is een stage het eerste moment waarop een student zichzelf moet profileren en het is de eerste keer waarop ze kunnen ontdekken of hun capaciteiten bij hun toekomstdromen passen.

6.     Geen tijd voor stageopdracht en te hoge stagedruk

 

Een veelgehoorde klacht is dat stagiairs soms helemaal geen tijd krijgen voor de opdracht waarvoor zij in eerste instantie zijn aangenomen, en die ze voor hun opleiding moeten uitvoeren. Hierdoor moeten ze of in hun vrije tijd nog veel tijd aan de opdracht besteden, of kunnen ze hun studieopdracht helemaal niet uitvoeren.

Beroepspraktijkvorming

De bpv is een cruciaal onderdeel van de beroepsopleiding. De deelnemer maakt tijdens de bpv kennis met de beroepspraktijk, brengt de theoretische kennis die is opgedaan in de praktijk en maakt zich werknemersvaardigheden eigen.

Een goede bpv helpt studenten zich goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt. In het kader van de kwaliteitsafspraken wordt gewerkt aan een verdere verbetering van de kwaliteit van de bpv, in het bijzonder voor wat betreft de begeleiding door de mbo-instelling, de matching en de aansluiting tussen het programma tijdens de bpv en het opleidingsprogramma binnen de mbo-instelling. De tevredenheid van studenten over de kwaliteit van de bpv is voor verbetering vatbaar, zo blijkt uit de JOB-monitor 2014[7].

Startrapportage MBO in bedrijf.

MBO in Bedrijf constateert in de Startrapportage dat de aandacht voor de bpv in de kwaliteitsplannen tegenvalt.  Er zijn bijvoorbeeld weinig concrete doelstellingen en/of beoogde resultaten zijn matig uitgewerkt. De bpv-aanpak in de kwaliteitsplannen richt zich bij de meeste instellingen vooral op het verbeteren van procedures en instrumenten. In vergelijking met bovengenoemde thema’s valt de aandacht voor beroepspraktijkvorming tegen. In de kwaliteitsplannen is weinig aandacht, zo geeft MBO in bedrijf aan, voor een visie op beroepspraktijkvorming. Er worden ook weinig concrete doelstellingen of beoogde resultaten uitgewerkt. We vinden dat merkwaardig, zo constateert het projectmanagement. De beroepspraktijkvorming is een belangrijke pijler onder het mbo. Het is zelfs een unique selling point.

Kritiek leerlingen en bedrijven.

De over het algemeen beperkte uitwerking van het thema bpv verbaast des te meer wanneer we de kritiek van leerlingen en bedrijven op aspecten als communicatie en begeleiding in acht nemen. In de meeste plannen ontbreekt, afgezien van de landelijke JOB-monitor, zo gaat MBO in bedrijf in de startrapportage verder, rond beroepspraktijkvorming een nulmeting. De aanpak richt zich vooral op het verbeteren van procedures en instrumenten. Het is noodzakelijk dat de scholen de komende jaren het thema integraal onder de loep nemen en inzetten op een grondige aanpak van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming, waarbij aandacht wordt besteed aan aspecten als:

  • de relatie tussen vraag en aanbod in kwalitatieve en kwantitatieve zin;
  • de effecten van het in bedrijf nemen van de herziene kwalificatiedossiers;
  • de sets van afspraken die gemaakt worden in de driehoek school – leerling – bedrijf;
  • de kwaliteit en de kwantiteit van de begeleiding;
  • de inhoud van de beroepspraktijkvorming in het curriculum van de opleiding;
  • de inzet van informatie- en communicatietechnologie in de begeleiding van leerlingen;
  • de communicatie tussen school en leerbedrijf.

Bovendien zouden de scholen er goed aan doen ook de relatie met leerbedrijven door te lichten als het gaat om zaken als professionalisering van het relatieverkeer en -beheer en de onderlinge kennistransfer. Een concrete uitwerking daarvan is bijvoorbeeld het bouwen van netwerken tussen branches, bedrijven en alumni enerzijds en docenten en stagebegeleiders anderzijds. Dergelijke netwerken kunnen een positieve uitwerking hebben op de samenwerking, de vakinhoudelijke ontwikkeling en de arbeidsmarktkansen voor leerlingen. Zo, de goede lezer kan uit deze teksten opmaken dat het MBO in bedrijf ‘not amused’ was toen ze alle kwaliteitsplannen had doorgelezen. De knoet is dus nodig, maar dan op zijn Nederlands : beloningen bij goed gedrag!

Indicatoren gezocht !
Om kwaliteitsverbetering zo objectief mogelijk in beeld te brengen, kiest iedere school een aantal indicatoren. Het gaat dan bijvoorbeeld om tevredenheidsonderzoeken. Op dit moment experimenteert zowel de SBB als de MBO Raad met tevredenheidsonderzoeken onder respectievelijk leerbedrijven, studenten en stagebegeleiders. De ontwikkeling van een heldere bpv-monitor verloopt al tijden problematisch, nu trekt de minister de conclusie dat het ontwikkelen van een monitor ‘niet mogelijk’ is. Eigenlijk een gekke conclusie, de minister bedoelt waarschijnlijk te zeggen dat ze met scholen en (georganiseerde) bedrijven geen overeenstemming heeft bereikt. Australië bijvoorbeeld hanteert al vanaf 1995 z.g. performance indicators voor de relatie onderwijs – bedrijfsleven[8]. Anno 2016 vrijblijvend experimenteren met tevredenheidsonderzoeken lijkt eerder achterhaald, dan dat met het ‘polderen’ een bijdrage wordt geleverd aan de gewenste kwaliteitsverbetering van de bpv.

Verbeter top X indicator: technologie als BPV-motor.

MBO in bedrijf en de minister leggen de nadruk op een goed uitgewerkt SMART-plan. De bedoeling is dat dit instellingsplan in de jaren 2017 en 2018 tot resultaten leidt en zo, ja dan wacht na het zuur het zoet van de extra beloning. Vanzelfsprekend moeten de doelen en maatregelen met de omgeving (bedrijven, studenten en medewerkers) worden afgestemd. De bedoeling is duidelijk : resultaten boeken in het belang van school, bedrijf en student. Het medicijn lijkt minder vanzelfsprekend, het opstellen van een plan per instelling, maar zonder plan geen actie. Vandaar dat wij ons in dit artikel richten op een aantal suggesties om het plan te gebruiken om het roer met de beroepspraktijkvorming maar eens technologisch integraal om te gooien.

1.

Bezie het BPV probleem breder c.q. integraler dan het maken van een smart-BPV plan. Beroepspraktijkvorming is een onderdeel van de visie van een MBO instelling op het terrein van praktijkleren en vergt een heldere aanpak. Gevarieerd naar branche, sector, niveau en regio.

 

Maar wel met een heldere rode draad die voor alle partijen zichtbaar, hanteerbaar en duidelijk is. Deze heldere lijn begint in het MBO zelf door de bedrijfsvoering op het terrein van de BPV uit de ‘paard-en-wagen’ fase te halen en op te schalen naar een eigentijdse benadering.

 

2.

Bedenk een slimme aftrap om tot BPV verbeterplan te komen, bijvoorbeeld door middel van een Open Space, Hacketon[9] of Makethon. Betrek hier bedrijven, jongeren bij en zorg ervoor dat je binnen een tweetal dagen een gedragen aanpak op hoofdlijnen hebt voor het verbeterplan.

3.

Stel standaardisatie en borging van bedrijfsprocessen als randvoorwaarde voor diversiteit in de onderwijskundige bedrijfsvoering (programmering, inrichting, examinering). Juist als de algemene processen gestandaardiseerd zijn, kunnen de opleidingsteams zich concentreren op hun kerntaak: kwalitatief hoogwaardige opleidingen verzorgen. Daarbij gaat het om meer dan standaardisatie van processen als: selectie en plaatsing in de opleiding, cijferregistratie, aanwezigheidsregistratie, de examenorganisatie, het documenteren van de beroepspraktijkvorming, de financiële administratie, activiteitenplanning en roostering. Jammer dat de meeste applicaties[10]in het MBO deze mogelijkheden niet bieden, waardoor applicatie-stapeling aan de orde van de dag is.

4.

Professionaliseer de stagefunctie van het MBO en start een (leer) arbeidsbureau nieuwe stijl.  Ervaringen in het buitenland gaan ons voor, o.a. de community colleges in Amerika beschikken allemaal over centrale job placement offices. Maak hierbij een (online) verbinding met de nieuwe werkbedrijven van het UWV. Bedenk dat relatiebeheer uitsluitend via de BPV begeleider van de jongere kan worden opgebouwd.

5.

Gebruik de technologie van morgen voor de BPV problematiek van vandaag in de eigen regio. Zet alles wat met bedrijfsprocessen te maken heeft online. WhatsApp is bijv. een ideale manier om de communicatie met leerlingen en bedrijven te verbeteren.

Online-stagebedrijven per MBO instelling helpen het sneller vinden van stages.

6.

Ontwikkel een online-relatie-systeem[11] voor het verduurzamen van de relaties met leermeesters en leerbedrijven. Voor de liefhebbers een uitgelezen kans om een dergelijke aanpak te laten leiden tot de start van een regionale alumni-aanpak.

7.

Introduceer (voor zover het nog niet zover is) een eigen tevredenheidsaanpak richting deelnemers leerlingen en bedrijven. Met een eenvoudige set vragen is het immers mogelijk snel en periodiek een betrouwbare indruk te krijgen van de tevredenheid van jongeren en bedrijven, van praktijkbegeleiders tot leermeester. Een kleine moeite, met bijvoorbeeld standaard-enquête instrumenten van google of survey monkey is de uitvoering voor ieder team eerder een lust dan een last. Tevens maakt het zichtbaar dat MBO instellingen het initiatief en de verantwoordelijkheid nemen voor de BPV verbeteringen in de regio.

Van goed naar beter (weten) !

Meer kwaliteit in de beroepspraktijkvorming. Het lijkt zo eenvoudig, maar valt in de praktijk van alle dag niet echt mee. Het verbeteren van de beroepspraktijkvorming raakt immers alle bedrijfsprocessen in het MBO. Binnen- en buitenschools leren, leren in de praktijk of beroepspraktijkleren, aansluiting school en bedrijf, BPV programmering in de praktijk: voldoende onderwerpen te bedenken. Het lijkt gelet op alle pogingen de afgelopen jaren geen sinecure om de beroepspraktijkvorming daadwerkelijk effectief en naar tevredenheid van leerling en bedrijf te verbeteren. Het maken van een plan lijkt nog het minste kwaad te kunnen, dit is relatief makkelijk, het implementeren ervan meestal het moeilijkst. Het verkrijgen van de subsidie is daarom geen kunst, de goede benutting in het “MBO in bedrijf” ervan wel. Benieuwd naar het resultaat.

Toch verdient het MBO veel krediet bij zijn inspanningen om de kwaliteit van het onderwijs en de werkprocessen te verbeteren. Dit krediet begint bij het opengooien van alle OCW-DUO bestanden van bedrijven richting MBO, voorts een online-aanpak door middel van slimmere bedrijfsprocessen en een sterk faciliterend MBO management. Met nieuw elan naar verbetering van het relatiepatroon op maat! Succes, maar vooral sterkte en veel doorzettingsvermogen.

DUAAL-XXL : duurzame versterking van de relatie onderwijs – bedrijfsleven is een kunst. Deze kunst beheersen onze adviseurs. Met raad en daad kunnen zij branches, scholen en bedrijven hierbij ondersteunen.

Jan Engberts

+31-653107777

 

jan@duaal-xxl.nl

www.duaal-xxl.nl

 [1]https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/03/15/kamerbrief-over-voortgang-kwaliteitsafspraken-mbo

[2] Inspectie onderwijs, servicedocument beroepspraktijkvorming, wat mag verwacht worden van de BPV?

[3] Kwaliteit in het mbo, Startrapportage, MBO in bedrijf, 2015

[4] Rapportage meldlijn Stageklachten 2009, jongerenorganisaties, CNV en FNV Jong

[5] Effectieve beroepspraktijkvorming 2010, Pleidooi voor co-creatie, Bert van Veldhuizen

[6] Een korte zoektocht op het onderwerp ‘borging kwaliteit BPV’ levert direct 9350 hits op.

[7] http://www.jobmonitorresultaten.nl/landelijk-resultatenoverzicht/#!/  26 mei a.s. komt de nieuwe JOB-monitor uit.

[8]http://www.education.vic.gov.au/training/providers/rto/Pages/performanceindicator.aspx

[9] Hacketon : de naam ‘hackathon’ klinkt als een obscuur feestje waar computernerds bijeenkomen om hun kunsten te vertonen, maar er komt juist de originele betekenis van ‘hacken’ weer prominent naar de voorgrond. Op een eigen, originele manier techniek gebruiken voor nieuwe toepassingen.

[10] Er is een integraal programma dat in staat is wel te voldoen aan het geheel van selectie en plaatsing in de opleiding, koppeling met kwalificatiedossiers, cijferregistratie, aanwezigheidsregistratie, integrale aanpak jeugdzorg – onderwijs: EA-Match. (www.ea-match.nl)

[11] MBO-Businessplaza is het eerste online project, waarbij geaccrediteerde en niet geaccrediteerde bedrijven in een online-applicatie geïntegreerd kunnen worden. Voor verdere informatie jan@duaal-xxl.nl

Artikel op Linkedin bekijken

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Neem contact op!